Vrouwen doen oefeningen om bekkenpijn te voorkomen in Sliedrecht

Een zwangerschap is een bijzonder en mooi moment in het leven van een vrouw, maar bekkenpijn is een veel voorkomend verschijnsel tijdens de zwangerschap. Wat kunt u doen om bekkenklachten te verminderen? Lees dan snel verder.

Wanneer krijgt u last van lage rugpijn en bekkenklachten tijdens uw zwangerschap?

Tijdens de zwangerschap gieren de hormonen door uw lijf, zo ook het zwangerschapshormoon relaxine. Dit hormoon zorgt ervoor dat de steungevende banden van uw gewrichten verslappen en uw gewrichten zelf wat weker worden. In het tweede en derde trimester wordt uw buik flink groter. Hierdoor gaat u waarschijnlijk wat achterover leunen om uzelf in evenwicht te houden. Dit leidt tot een verandering in uw lichaamshouding. Deze factoren kunnen bekkenpijn en rugpijn veroorzaken. Ook door gewichtstoename kunt u bekken- en rugpijn krijgen.

 

Hoe herkent u bekkenklachten?

De klachten hebben veelal te maken met de mate waarop het bekken en de lage rug worden belast. De pijn kan ook gelokaliseerd zijn aan de bilregio, bovenbeen en/of het schaambeen en de lies. Ook last van de stuit komt regelmatig voor. De pijn kan aan beide kanten of eenzijdig aanwezig zijn. De klachten bestaan vaak uit pijn en moeizaam bewegen.

 

Bekkenklachten worden verergerd door:

  • Bepaalde bewegingen (draaien en bukken)
  • Te lang staan, fietsen, lopen, zitten of liggen (meer dan 30 minuten)
  • Opstaan uit of omdraaien in bed
  • Bukken en tillen
  • Traplopen
  • In en uit de auto stappen
  • Seksuele gemeenschap

 

Houdings- en bewegingsadviezen bij bekkenklachten:

Het belangrijkste advies bij bekkenpijn is altijd: breng belasting en belastbaarheid met elkaar in evenwicht. Wissel periodes van (lichamelijke) activiteiten altijd af met rustmomenten.

  • Zitten: Met ontspannen heupen, houd de knieën niet tegen elkaar maar laat ze juist wat naar buiten vallen of houd ze neutraal naar voren en uw tenen wat naar buiten gedraaid.
  • Staan: Standhouding met licht gebogen knieën. Verdeel uw gewicht over beide benen. Ga vooral niet op 1 been hangen.
  • Gaan staan of gaan zitten: symmetrisch of in schredestand, met stabilisatie van het bekken door de dwarse buikspieren eerst licht aan te spannen.
  • Slaap: Slaap met een kussen tussen de knieën als u op de zij ligt. Deze positie houdt de bekkenpositie stabiel.
  • Lopen: Probeer vaker op stevige goede schoenen te lopen.
  • Tillen: Gebruik de buikspieren, het helpt het bekken te stabiliseren en pijn te voorkomen.
  • Dragen bekkenband: Alleen bij relatief zware activiteiten en niet de hele dag. Het liefst pas na de 30ste week en eerst goed de stabilisatie van het bekken aanleren.
  • Een goed evenwicht tussen beweging en platte rust is belangrijk. Belangrijk is dan ook de eigen grenzen te leren.

 

De conditie van de stabiliserende spieren, zoals de buik -en rugspieren, zijn van invloed op het voorkómen van bekkenpijnklachten. Het is dus van belang om de spieren rond bekken en lage rug fit en actief te houden of weer te krijgen. Onder begeleiding van de fysiotherapeut kunt u speciale oefeningen doen om deze groep spieren te verstevigen, zonder dat dit uw bekken belast.

 

Wat kunt u doen wanneer de bekkenklachten aanhouden?

Als uw bekkenklachten blijven voortduren of zelfs verergeren neem dan contact op met uw huisarts of een gespecialiseerd fysiotherapeut. Bij fysiotherapeutische behandeling krijgt u oefeningen en adviezen met als doel uw houding te corrigeren en u te leren bewegen met zo weinig mogelijk extra belasting van het bekken.

 

Blijft u klachten houden?

Neem dan gerust contact met ons op via 0184 – 414320 of info@pmctwigt.nl. Onze bekkenfysiotherapeut Judith van Nie helpt u graag verder zodat u zo goed mogelijk van uw zwangerschap kunt genieten!

Vrouw heeft hypermobiliteit en werkt hieraan bij PMC Twigt in Sliedrecht

Bij hypermobiliteit denken we snel aan iemand die ontzettend lenig is. Toch is het mogelijk dat mensen die hypermobiel zijn, zich juist sneller stijf voelen en sneller last hebben van overbelaste pezen en spieren. In dat geval spreken we van een hypermobiliteitssyndroom (HMS). In deze blog vertellen we meer over hypermobiliteit en HMS en leest u hoe u zelf kunt testen of u hypermobiel bent.

 

Wat is hypermobiliteit?

Hypermobiliteit betekent dat u uw gewrichten soepeler kan bewegen dan de gemiddelde persoon. Dit wil echter niet zeggen dat u, net zoals een slangenmens, ultra lenig bent. De pezen, gewrichtsbanden, tussenwervelschijven en het kraakbeen zijn zwakker en rekbaarder. De banden om de gewrichten zijn langer dan normaal, waarbij de bewegingsmogelijkheden groter zijn. Omdat uw spieren nu harder moeten werken om uw gewrichten stabiel te houden, bestaat het gevaar dat die spieren overbelast raken. Dat geeft dus eerder een gevoel van stijfheid dan van lenigheid.

 

Wat is HMS?

We spreken van een hypermobiliteitssyndroom op het moment dat u last krijgt van uw lichaam door te soepele spier- en gewrichtsbanden, die niet door een andere bindweefselaandoening veroorzaakt worden. De flexibiliteit van uw gewrichten en de samenstelling van het bindweefsel is genetisch. Daarom wordt er vaak gezegd dat hypermobiliteit erfelijk is.

 

Enkele symptomen van hypermobiliteit zijn:

  • Overmatige beweeglijkheid van gewrichten
  • Verhoogde kans op scoliose
  • Rugklachten
  • Spierpijn
  • Pijn in de gewrichten
  • Ontwrichtingen/het ‘uit de kom’ schieten
  • Vermoeidheid
  • Overstrekte knieën
  • Verstuikte enkel
  • Bekkeninstabiliteit

 

Zelf testen of u hypermobiel bent?

Voer dan de Beighton Score uit. Aan de hand van een negen punten systeem, wordt er gekeken in welke mate er sprake is van hypermobiliteit. Behaalt u een score van 1? Dan is er een geringe mate van hypermobiliteit. Scoort u 9 tijdens de test? Dan is er een bovengemiddelde hypermobiliteit aanwezig.

 

  1. Leg de handpalm ontspannen en plat op tafel en buig de pink minimaal 90 graden naar achteren, richting de handrug. Lukt dit ook voor uw andere hand? Voor elke hand kunt u één punt scoren.
  2. Probeer uw duim naar voren tegen de onderkant van uw onderarm te buigen. U mag hierbij uw pols gebruiken. Probeer dit voor zowel uw linker- als rechterduim. Wanneer u dit lukt, scoort u een punt. Hierbij is het weer mogelijk om twee punten te scoren.
  3. Strek uw armen uit en let er goed op of u uw ellebogen meer dan 10 graden naar achter kunt buigen. Lukt dit voor beide armen? Dan scoort u voor zowel links als rechts een punt.
  4. Lukt het om uw knieën meer dan 10 graden naar achteren te buigen? Dan is het mogelijk om voor beide benen een punt te scoren.
  5. Tot slot test u de hypermobiliteit van uw gewrichten door met gestrekte knieën voorover te buigen en uw handen plat op de grond neer te leggen. Blijven uw knieën recht staan. Lukt dit? Dan scoort u een punt!

 

(Manuele)Fysiotherapie bij hypermobiliteit

Helaas bestaan er geen medicijnen die hypermobiliteit kunnen genezen. Toch is het mogelijk om klachten aan de spieren en pezen te verminderen en de gewrichten beter te stabiliseren. Spieren kunnen namelijk een deel van het werk van de gewrichtsbanden overnemen. Daarom is het belangrijk om spierconditie op te bouwen en te handhaven. Bij de fysiotherapeut kunt u oefentherapie volgen om de kracht van uw spieren te trainen waardoor de gewrichten meer stabiliteit krijgen. Door te oefenen onder begeleiding wordt er goed gekeken naar de belastbaarheid van de gewrichten, waardoor klachten worden voorkomen.

Herkent u zich in de bovenstaande klachten? Neem dan contact met ons op.

Op het moment dat u last heeft van overbelaste spieren, gewrichtspijn of andere klachten ten gevolge van hypermobiliteit kunt u contact met ons opnemen door te bellen naar 0184 – 414320 of een mail te sturen naar info@pmctwigt.nl.